Het leek een onmogelijke opgave. Een café zonder loop. In een dorp waar bijna niets meer is. ,,Als iemand tegen mij zegt dat het het niet kan... Dan denk ik: dat gaan we wel zien. Hoe vaker je het zegt, hoe vinniger ik word. Het moet gewoon slagen. Ik wil Kappers redden voor Hoonhorst. Maar ik ben er nog niet. De loop is terug. Maar een salaris kan ik er niet uithalen.”